Honden

Informatie over uw hond

  • Ontwormen
  • Herplaatsing honden in Nederland
  • Chocolade is giftig
  • Op vakantie en de hond gaat mee?
  • Teken
  • Hondenziekte, ziekte van Carré
  • Diarree
  • Poep eten
  • Vaccineren op maat
  • Hond kopen?
  • Vlooien

Ontwormen

Hoe vaak moet ik mijn hond ontwormen?

Het is niet altijd zichtbaar als uw hond wormen in zijn lichaam heeft, daarom is het belangrijk om uw hond regelmatig preventief te ontwormen. Door uw hond te ontwormen beschermt u zowel uw hond als u zelf en uw familie tegen wormen en parasieten. Hoe vaak u uw hond moet ontwormen, hangt af van de leeftijd van uw hond.

Symptomen

Het kan zijn dat uw hond besmet is met wormen als hij last heeft van meerdere van de volgende symptomen:

  • Doffe vacht
  • Opgezette buik
  • Lusteloosheid
  • Verlies van conditie
  • Diarree
  • Worm in de ontlasting
  • Wormsegmenten rond de anus
  • Gebrek aan eetlust
  • Gewichtsafname
  • ‘Sleetje rijden’

Soorten wormen

Spoelwormen

Bij een hond komen spoelwormen het meeste voor. Meestal zijn er bij volwassen honden geen symptomen zichtbaar en worden de spoelwormen pas ontdekt als de worm in de ontlasting zit. In het geval van een ergere besmetting kan de hond diarree hebben en braken.
Hierdoor kan de hond vermageren en kan zijn vacht dof worden.

Spoelwormen hebben meer impact op pups. De spoelwormen hebben effect op de werking van de darmen, waardoor de pup last krijgt van diarree, gasvorming en braken. Een pup krijgt een opgezette buik (dit wordt ook wel ‘wormenbuikje’ genoemd), groeit slecht en blijft mager.

De hondenspoelworm is een ziekte die van dier op mens kan worden overgebracht. Vooral jongere kinderen die in gras of zand spelen raken besmet. Om besmetting te voorkomen, is het belangrijk om honden regelmatig te ontwormen, de ontlasting van uw hond direct op te ruimen en de handen goed te wassen na het buitenspelen of tuinieren en voordat u gaat eten. Over het algemeen hebben mensen geen klachten naar aanleiding van een besmetting met spoelwormen. Enkele mogelijke symptomen zijn misselijkheid, buikpijn en hoesten.

Lintwormen

Er zijn meestal geen symptomen bij volwassen honden met lintwormen. Het enige symptoom is delen van de worm in de ontlasting van de hond. Deze delen zijn gevuld met eitjes en veroorzaken irritatie rond de anus, waardoor de hond gaat ‘sleetje rijden’. Lintwormen komen voor in de dunne darm van de hond en brengen schade toe aan de darmwand. Doordat lintwormen overgedragen worden door de eitjes van vlooien, is goed ontvlooien belangrijk bij het voorkomen van lintwormen.

Honden kunnen besmet raken met de honden- en vossenlintworm, maar voornamelijk vossenlintwormen zijn ook erg gevaarlijk voor de mens. Via uitwerpselen van een vos, besmette aarde of door zelf geplukte bosvruchten of paddenstoelen te eten, kunnen de eitjes worden ingeslikt. Besmetting kan ook plaatsvinden via de ontlasting van een besmette hond. Door uw hond regelmatig te behandelen tegen lintwormen verkleint u de kans op besmetting. Vermijd ook contact tussen uw hond en vossen. Als u vruchten of paddenstoelen plukt, was ze dan grondig voor ze te eten en was uw handen na contact met zand of aarde.

Haakwormen

Tijdens bijvoorbeeld een wandeling kan een haakworm de huid van uw hond binnendringen. Haakwormen zijn ongeveer een centimeter lang en dringen de huid meestal via de poten binnen. Ze leven in de dunne darm, brengen schade toe aan de darmwand en voeden zich met het bloed van de hond. Hierdoor krijgt uw hond bloederige diarree en bloedarmoede. Bloedarmoede is te herkennen aan bleek tandvlees en bleke slijmvliezen bij de ogen. Bij pups en jonge honden zijn er extra symptomen zichtbaar, namelijk een langzame groei en verlies van conditie.

De Hartworm

Hartwormen komen niet voor in Nederland, maar wel in bijvoorbeeld Frankrijk, Spanje, Italië of andere landen in het Middellandse zeegebied. De worm wordt overgebracht door muggen en groeit tot 20 cm lang rond het hart en de longslagaders van de hond. Een paar maanden na de besmetting komen de volgende symptomen voor: koorts, benauwdheid, vermoeidheid, gewichtsverlies, hoesten en hartritmestoornissen. Ga onmiddellijk naar de dierenarts als u vermoed dat uw hond hartworm heeft!

Verschijnselen:

  • Koorts
  • Benauwdheid
  • Vermoeidheid
  • Gewichtsverlies
  • Hoesten
  • Hartritmestoornissen

Gaat u regelmatig met uw hond naar Frankrijk, Spanje of Italië? Doe dan het hele jaar door aan hartwormpreventie, vraag hiernaar bij jouw dierenarts. Wilt u meer informatie over parasieten in verschillende landen in Europa? Kijk op ESCCAP Europe.

Herplaatsing honden in Nederland

HHIN (Herplaatsing Honden In Nederland) onderscheidt zich door geen gebruik te maken van een volledig geautomatiseerd systeen. Persoonlijk contact bij de bemiddeling staat hoog in het vaandel.

De site biedt de mogelijkheid om op een veilige en diervriendelijke manier honden te herplaatsen. Daarnaast staan er veel potentiële nieuwe eigenaren ingeschreven waardoor een snelle herplaatsing mogelijk is.

Doordat HHIN iedere situatie apart bekijkt en advies op maat geeft, zijn er het afgelopen jaar ruim honderd honden verhuisd naar een nieuw adres.

Kijk voor ervaringen van anderen op de site: www.hhin.nl

Chocolade is giftig

Theobromine

In chocolade zit een stofje met de naam Theobromine. Theobromine houdt de mens wakker en alert, maar deze stof kan uiterst giftig zijn voor uw hond en in hoge dosering zelfs dodelijk.
Theobromine zit in de cacaoboon. De chocolade die ervan gemaakt wordt bevat, al naar gelang de hoeveelheid verwerkte cacaobonen veel of weinig theobromine.
Zo bevat witte chocolade amper theobromine, maar pure en banketbakkers chocolade juist heel veel.

Symptomen

De symptomen bij een chocolade vergiftiging ziet u niet direct! De symptomen treden pas na enkele uren (tot 12uur) op.

  • Onrustig, nerveus
  • Diarree
  • Braken
  • Hoge hartslag
  • Versnelde ademhaling
  • Stuiptrekkingen

Bij hoge dosering zal de hond uiteindelijk overlijden. De ernst van de chocolade vergiftiging is afhankelijk van de hoeveelheid opgegeten chocolade in relatie tot het lichaamsgewicht van de hond. Een grote hond heeft minder vergiftigingsverschijnselen dan een klein hondje na het eten van dezelfde hoeveelheid chocolade. Voor een Chihuahua kan 20 gram pure chocolade dodelijk zijn!

Geen paniek!

Nu hoeft u niet in paniek te raken als uw hond een klein stukje chocolade heeft opgegeten. Maar als u twijfelt, moet u ons even bellen. Al u zeker weet dat uw hond veel chocolade heeft opgegeten, moet u direct contact met ons opnemen! Er is dan sprake van een spoedgeval, hoe eerder wij uw hond kunnen behandelen, hoe beter! Helaas bestaat er geen tegengif voor theobromine. Behandeling is erop gericht om de opname van theobromine uit de darmen te verhinderen en om vergiftigingsverschijnselen tegen te gaan.

Uitkijken

Wees dus voorzichtig met chocolade! De hond moet niet bij de chocolade kunnen komen. Wijs kinderen op het gevaar voor de hond, laat met Sinterklaas geen chocolade letters rondslingeren en zet de chocolade weg als u het bezoek uit laat.

Katten en chocolade

Katten kunnen ook niet tegen theobromine. Gelukkig zijn katten veel kieskeuriger dan honden en zullen niet snel grote hoeveelheden chocolade opeten.

Meststoffen

Zoals hierboven al vermeldt zit theobromine in de cacaoboon. Cacaoschillen bevatten ook theobromine en worden soms gebruikt als strooisel in tuinborders.

Als uw hond losloopt in de tuin beter het gebruik van cacaoschillen vermijden.

Op vakantie en de hond gaat mee?

Begin dan op tijd met de voorbereidingen! Het lijkt wat vroeg in het jaar om erover na te denken, maar het is goed om er al vroeg bij stil te staan welke voorbereidingen belangrijk zijn al u overweegt uw hond mee te nemen op vakantie.

Regelgeving rond reizen met de hond in Europa

Hoewel er in Europa vrij verkeer is van mensen en goederen bestaat er nog steeds een uitgebreide regelgeving rondom het vervoer van dieren. Die regelgeving is erop gericht om het risico op verspreiden van besmettelijke dierziekten te voorkomen en de regelgeving verschilt per land. De invoereisen per land kunt u vinden op de site van de LICG.

Op tijd beginnen

De minimale eisen voor Europese landen zijn dat uw hond gechipt is en in het bezit is van een Europees dierenpaspoort. Een volwassen hond moet minimaal 21 dagen voor vertrek tegen hondsdolheid (Rabiës) gevaccineerd zijn. Sommige landen eisen daarnaast dat het dier aantoonbaar, op basis van een bloedtest, voldoende antilichamen heeft gemaakt tegen de hondsdolheid. Om deze procedure voor vertrek af te ronden, moet u al enkele maanden voor vertrek hiermee starten. Het is daarom van belang dat u ruim voorafgaand aan het vertrek naar het buitenland met ons contact opneemt!

Stekende parasieten dragen ziektes over!

U bent waarschijnlijk gewend uw hond regelmatig tegen vlooien te behandelen. Maar niet voor iedere hondeneigenaar is een regelmatige behandeling van het dier tegen andere parasieten, bijvoorbeeld teken en/of zandvliegen, vanzelfsprekend. Voornamelijk in de zuidelijke landen van Europa komen stekende insecten voor die drager zijn van voor honden besmettelijke ziekten. Het is dus van groot belang uw hond hiertegen te beschermen door middel van bijvoorbeeld een antiparasitaire halsband of een antiparasitair middel dat via druppels in de nek wordt toegediend. Welk antiparasitair middel voor uw hond de beste keus is en hoe u het moet gebruiken kunt u met ons bespreken. Deze middelen moeten meestal een aantal weken voor vertrek worden toegediend. Nog een reden om tijdig met de voorbereiding te beginnen.

Prettig op reis?

Uw dier gaat mee op reis! U heeft vaccinaties en goede antiparasitaire middelen geregeld. Maar er komt meer bij kijken: denk dan met name aan EHBO-spullen (gebruikt uw dier diergeneesmiddelen?), slaapspullen en eten voor het dier. Een en ander is ook afhankelijk wat er lokaal allemaal te krijgen is voor uw dier. Wij hebben hier ervaring mee en adviseren u hier graag in.

Soms is het beter dat...

Hoewel het natuurlijk een geweldige ervaring kan zijn om samen de hond op pad te gaan, raden wij aan om goed na te denken of het voor het dier ook zo leuk is. Warmte, te veel onrust, ander voer, andere slaapplek ... voor sommige honden is een goed pension of een tijdje bij bekenden logeren een beter alternatief. Twijfelt u? Overleg dan even met ons. Nogmaals wij denken graag met u mee.

Teken

Tekenziektes bij honden: waar u op moet letten

Gelukkig komt er steeds meer aandacht voor de gevaren van ziektes die door teken kunnen worden overgedragen. Zo is inmiddels wel bekend dat ook dieren de ziekte van Lyme kunnen krijgen. Maar er zijn nog andere aandoeningen die je dier door een besmette teek kan oplopen. Daarom zetten we een aantal van deze ziektes én de bijbehorende symptomen op een rij.

Ziekteverwekkers en teken

Er zijn verschillende pathogenen (ziekteverwekkers van biologische oorsprong) die worden overgedragen door teken en vervolgens bij de gastheer ziektes veroorzaken. Denk hierbij aan verschillende soorten bacteriën, virussen en protozoa (een groep eencellige micro-organismen).

Iedere individuele teek kan verschillende ziekteverwekkers bij zich dragen. Dieren kunnen dan ook met meer dan één pathogeen  besmet worden, wat natuurlijk de diagnose en behandeling een stuk moeilijker maakt.

Zoals de meeste infecties die gebruik maken van een tussengastheer (in dit geval de teek) kunnen de symptomen vaag en aspecifiek (chronische klachten waarbij het gissen is naar de medische oorzaak) zijn.

In Nederland bevindt zich de hoogste concentratie besmette teken rondom de Veluwe. Maar ook in andere bos-, duin- en heidegebieden worden besmette teken aangetroffen.
Als een teek binnen 24 uur wordt verwijderd nadat deze zich heeft vastgebeten, wordt het risico op overdragen van ziektes verkleind, maar is nog steeds aanwezig.

Ziekte van Lyme

De ziekte van Lyme wordt ook wel borreliose genoemd, omdat het wordt overgedragen door  de Borrelia-bacterie. Het wordt overgedragen door de schapenteek (Ixodes ricinus) en de hertenteek (Ixodes scapularis) en is vernoemd naar het dorpje Lyme in Connecticut, waar in 1975 een epidemie van deze ziekte uitbrak.

Het verloop van de ziekte van Lyme is erg grillig. Er worden verschillende stadia onderscheiden die bij mensen beginnen met de bekende rode kring. Het blijkt echter dat de ziekte niet altijd keurig deze stadia volgt en bij dieren zijn deze stadia zelfs nog minder goed te onderscheiden.

De meest bekende symptomen zijn:

  • Gewrichtsontstekingen. Dit veroorzaakt een plotselinge kreupelheid die zo’n 4 dagen duurt. De locatie waar het dier kreupelt kan wisselen.
  • Koorts
  • Verminderde eetlust
  • Uitdroging
  • Sloomheid, niet willen bewegen
  • Gezwollen lymfeklieren
  • Aantasting van de nieren

Teken-encefalitisvirus

Dit virus is nieuw in Nederland.

Teken-encefalitis is een hersen(vlies)ontsteking die wordt veroorzaakt door het TBE-virus. Het virus wordt overgebracht door tekenbeten. Tot voor kort kwam het virus alleen in het buitenland voor, maar in het voorjaar van 2016 kwamen er aanwijzingen dat in Nederland reeën besmet zijn geweest met het virus en is het virus ook bij teken aangetoond in Nederland, op de Sallandse Heuvelrug en de Utrechtse Heuvelrug. Er zijn enkele patiënten die het virus in deze gebieden in Nederland hebben opgelopen.

De symptomen zijn:

  • Verhoogde lichaamstemperatuur
  • Veranderingen in gedrag (agressiviteit, angstigheid, apathie)
  • Verminderde eetlust
  • Motorische stoornissen (verminderde proprioceptie, stijfheid)
  • De symptomen verdwijnen na een bepaalde tijd. Hierna kan juist een hersenvliesontsteking ontstaan.

De volgende aandoeningen zijn de zogenoemde Middellandse Zee-aandoeningen. Ook leishmania valt hieronder, dit wordt overgedragen door de zandvlieg en wordt hier dus niet verder besproken. Vooral bij honden uit het buitenland zoals Spanje, Griekenland en Roemenië is het goed hierop bedacht te zijn. Een goede stichting test de honden, maar de symptomen kunnen zich toch jaren later nog openbaren.

Babesiose

Babesiose wordt overgedragen door de teek Dermacentor Reticularis. Deze teek wordt door de zachte winters nu ook in Nederland gesignaleerd.

Een van de meest opvallende symptomen is het rood kleuren van de urine. Dit komt door het kapot gaan van de rode bloedcellen. Babesiose wordt veroorzaakt door de protozo Babesia canis die zich nestelt en voortplant in de rode bloedcellen.

Andere klachten kunnen zijn:

  • Verdikking en ontsteking van de huid
  • Koorts
  • Slechte eetlust
  • Braken

Babesiose krijgt als het behandeld wordt een chronisch verloop. Helaas zijn de klachten die hiermee gepaard gaan meestal nog zo serieus dat vaak alsnog op euthanasie wordt overgegaan. Denk hierbij aan ademhalingsproblemen, zweren, bloedarmoede en een verhoogde hartslag.

Bestrijding

Het is nu noodzakelijk geworden om uw hond en kat het hele tekenseizoen goed te beschermen tegen teken, dus niet alleen als u op vakantie naar het buitenland gaat! Er zijn verschillende middelen die uw hond kunnen beschermen zoals Nexgard (tablet, werkt 1 maand tegen vlooien én teken, niet tegen de Zandvlieg!!), de tekenband (Scalibor, werkt tegen teken én de zandvlieg, werkt 6 maanden) of pipetten   (Bravecto, 1 pipet in de 3 maanden) in de nek. Daarnaast is het belangrijk om uw hond minimaal 1 keer per dag goed op teken te controleren. Er bestaat namelijk geen enkel middel die 100% voorkomt dat uw hond wordt gebeten door de teek. Indien u toch een teek vindt verwijder hem dan met een tekenpincet, u kunt daarna de plek ontsmetten met wat Betadine jodium.

Als u nog vragen heeft, neem contact met ons op!

Hondenziekte, ziekte van Carré

Hondenziekte wordt veroorzaakt door het hondenziektevirus. Het treft voornamelijk honden, maar in Europa kunnen ook andere diersoorten ernstig geïnfecteerd raken, voornamelijk vossen en fretten. Het virus is nauw verwant aan het mazelenvirus.

Het wordt gemakkelijk verspreid door direct contact met geïnfecteerde honden. Het virus is aanwezig in afscheiding uit de neus en ogen, waaruit zich gemakkelijk deeltjes in de lucht vormen. Geïnfecteerde honden die de besmetting overleven kunnen het virus gedurende meerdere maanden blijven uitscheiden. Hoewel het virus buiten de gastheer relatief onstabiel is, kan het op kleding verplaatst worden en zo andere onbeschermde honden besmetten. Besmetting vindt in een groep honden, zoals in kennels en bij hondenshows, zeer snel plaats. Daarom is vaccinatie in dergelijke omstandigheden verplicht. Net als bij virale hepatitis bij de hond is de introductie van een besmette pup, wellicht afkomstige van een broodfokker zonder vergunning of slecht gevaccineerde puppy's uit het buitenland, de meest voorkomende oorzaak van een uitbraak van hondenziekte. Ook in asiels kunnen zich uitbraken voordoen.

De infectie tast in eerste instantie het ademhalingsapparaat aan, maar na verloop van tijd kunnen ook vele andere organen, waaronder de hersenen, worden aangetast.

Symptomen

In de eerste dagen na infectie zien we voornamelijk koorts, die meestal maar kort aanhoudt. Maar al snel komt de koorts weer terug. Deze keer houdt de koorts langer aan en volgen andere verschijnselen.

Lichte vorm

Veel honden zullen een gedeeltelijke immuniteit hebben dankzij antistoffen van hun moeder of door een vroegere vaccinatie, en deze honden zullen niet veel meer verschijnselen tonen dan wat hangerigheid, eventueel met neusuitvloeiing, tranende ogen en hoesten. Juist deze honden hebben de meeste kans op het doorgeven van de ziekte aan onbeschermde honden in hun omgeving.

De ziekte kan daarnaast in de hieronder beschreven, ernstigere vormen voorkomen:
Luchtwegaandoeningen
: moeite met ademhalen, neusuitvloeiing en hoesten. Een secundaire bacteriële infectie met als gevolg longontsteking is mogelijk. 

Spijsverteringsaandoeningen: maagdarmontsteking met braken en diarree.

Huidaandoeningen: dermatitis waarbij de neushuid en zoolkussentjes hard en droog worden. Deze vorm kan gepaard gaan met verschijnselen van het zenuwstelsel.

Aandoeningen van het zenuwstelsel: (1) toevallen of (2) het geleidelijk optreden, tijdens een schijnbare herstelperiode, van spierspasmen en verlamming van de ledematen (‘chorea’). Dit kan gepaard gaan met een karakteristieke piepende hoest veroorzaakt door een beschadiging van het zenuwstelsel. Bij deze vorm gaat de beginfase van de ziekte vaak ongemerkt voorbij.

Oogaandoeningen: tekenen van conjunctivitis (tranende ogen).

Diagnose

Klinische diagnose

  •  Op basis van het algehele klinische beeld en de ziektegeschiedenis van uw hond zal de dierenarts meestal wel de diagnose kunnen stellen.

Diagnostische tests

  • Individuele gevallen kunnen echter soms moeilijk te diagnosticeren zijn. Het kan zijn dat de dierenarts dan een neus/oogswab of een bloedmonster wil afnemen om het virus aan te tonen.
  • Er bestaat geen test die onder alle omstandigheden volledig uitsluitsel geeft en het kan dus voorkomen dat een definitieve bevestiging niet mogelijk is.

Behandeling

Honden kunnen niet behandeld worden tegen het virus dat de ziekte veroorzaakt. Een secundaire bacteriële infectie kan uiteraard wel behandeld worden en ondersteunende, symptomatische behandelingen zijn ook noodzakelijk. De aanpak is daarom als volgt:

  • Een kuur met antibiotica om bacteriële infecties te behandelen.
  • Medicatie ter behandeling van symptomen als diarree, braken, en hoesten.
  • Verpleging om vuil en afscheiding uit neus/ogen te verwijderen en doorligplekken te voorkomen.
  • Ondersteuning om eten en drinken aan te moedigen.
  • Ontstekingsremmers en pijnstillers.

Om verspreiding van het virus te voorkomen, moeten geïnfecteerde honden en honden die daarmee in contact zijn geweest gescheiden worden gehouden van andere vatbare honden. Daarnaast moeten hygiënische voorzorgsmaatregelen (aparte kleding/gebruik van desinfecterende middelen) worden genomen.
Helaas is behandeling lang niet altijd succesvol.

Preventie

Preventie gebeurt door vaccinatie. De component tegen hondenziekte zit altijd in de primaire vaccinatie die puppy’s krijgen, en vrijwel altijd ook in de boostervaccinaties die honden tijdens hun leven met regelmaat nodig hebben.

Op basis van de specifieke situatie van uw huisdier zal de dierenarts een beslissing nemen over het beste vaccinatieprotocol voor uw dier.

Voor hondenshows en pensions is een recente vaccinatie verplicht.

Diarree

Diarree

Ziet u bloed bij de ontlasting, is de hond sloom of maakt het dier een zieke indruk, vermoedt u een vergiftiging? Twijfelt u over de gezondheid van uw dier? In deze gevallen altijd contact met ons opnemen!

Bah, uw hond heeft diarree. Helaas ontkomt geen enkele hondeneigenaar hieraan. Iedere hond heeft wel eens diarree. Als de hond een ongelukje in huis heeft, dan merkt u dat snel genoeg (de plek altijd goed schoonmaken). Bij het uitlaten kan het de eigenaar soms ontgaan. Het is verstandig om met enige regelmaat een blik op de ontlasting van uw hond te werpen. Zo kunt u veranderingen aan de vorm en dikte van de ontlasting snel opmerken. Maar zoals gezegd iedere hond raakt vroeg of laat een keer aan de diarree. Niet leuk voor de hond en lastig u.

De mogelijk oorzaken van diarree?

  • Iets van straat gegeten. Veel honden zijn altijd op zoek naar iets eetbaars. Logisch dat ze wel eens wat naar binnen werken wat eigenlijk niet voor consumptie geschikt is. In bijna alle gevallen zal de diarree na een paar dagen overgaan. Soms zal het dier er ook bij braken.
  • Plotselinge verandering van voeding. Veel honden die iets eten dat ze niet gewend zijn, krijgen diarree. Sommige honden hebben hele gevoelige darmen. Zijn ze eenmaal aan bepaalde voeding gewend, dan verdragen ze geen veranderingen of toevoegingen aan het voer.
  • Een virus dat maag en darmen van slag doet raken, ook wel buikgriep genoemd.
  • Darmparasieten, zoals wormen.

Parvovirus: vaccineren

Het gevaarlijkste virus dat diarree veroorzaakt is het parvovirus. Het komt in Nederland steeds minder voor, maar wordt nog vooral gezien bij pups afkomstig uit het zuiden van Nederland, België en Oost Europa. Aangezien dit virus potentieel dodelijk is, is het belangrijk dat alle honden goed gevaccineerd zijn tegen dit virus. De meeste buikgriepvirussen zijn echter veel onschuldiger en veroorzaken maar een paar dagen diarree.

Darmparasieten

Er zijn verschillende darmparasieten die diarree kunnen veroorzaken. Wormen zijn een bekende oorzaak. Om worminfecties zoveel mogelijk tegen te gaan is het algemene advies: alle honden vier maal per jaar ontwormen. Vooral voor jonge honden die wormen van de moeder meekrijgen is ontwormen erg belangrijk.

Voeding

Diarree kan een gevolg zijn van slecht verteerbare voeding. Veel honden zijn erg gevoelig voor de kwaliteit van hun voeding. Hoe hoger de kwaliteit van de voeding, hoe beter de verteerbaarheid. Als een hond altijd slecht gevormde ontlasting heeft, is de voeding niet geschikt en moet een beter verteerbare voeding gegeven worden.

Wat kunt u het beste doen bij diarree?

Bij lichte diarree, waarbij de hond niet ziek is en niet braakt, kunt u het beste licht verteerbare voeding in kleine porties geven (dit voer is bij ons op de praktijk verkrijgbaar). En zorg dat uw hond voldoende blijft drinken.

Bij ernstige diarree verliest een hond veel vocht en kan uitdrogen. Als de hond ook nog (veel) braakt wordt het gevaar van uitdroging nog groter.

In dit geval kunt u het beste contact met de dierenarts opnemen. De hond krijgt dan iets om de diarree te stoppen en eventueel iets tegen het braken.

Bij twijfel, altijd even bellen. Dan kunnen we de situatie bespreken!

Poep eten

Veel honden hebben last van coprofagie; de neiging om poep te eten. Het kan gaan om hun eigen uitwerpselen of die van andere honden, maar ook om uitwerpselen van andere diersoorten, zoals konijnen, paarden en schapen.

Het eten van poep is niet zonder gevaar. Het kan leiden tot worm- en andere infecties, maar ook diarree of vergiftigingsverschijnselen komen voor. Vergiftiging kan worden veroorzaakt door resten van bestrijdingsmiddelen, zoals ontwormingsmiddelen in paardenmest. Hondenrassen met het zogenaamde MDR-1 gen defect, zoals sommige Collies, zijn zeer gevoelig voor die gifstoffen.

‘Geheim’ gedragsprobleem

Coprofagie wordt vaak niet direct ter sprake gebracht als probleem door de eigenaar bij de dierenarts of gedragsdeskundige, omdat eigenaren het een vervelend onderwerp vinden of er niets bijzonders in zien. Uit Nederlands onderzoek blijkt echter dat van 517 honden met gedragsproblemen 45% daarbij ook een vorm van coprofagie heeft. Van deze groep honden bleek één op de 10 de neiging specifiek hondenpoep te eten. De aandoening blijkt vaker voor te komen bij teven en daarnaast bij gecastreerde/gesteriliseerde honden, waarschijnlijk omdat die in het algemeen geneigd zijn om meer te eten. Qua hondenrassen zijn het vooral de Retrievers waarbij coprofagie veel voorkomt.

In de maag of tussen de oren?

Coprofagie kan een medische oorzaak of een gedragsoorzaak hebben. Medisch kan er bijvoorbeeld sprake zijn van maagdarmproblemen of een alvleesklierafwijking, waardoor de hond een verhoogde eetlust heeft. “Als honden ineens last krijgen van coprofagie kan dit wijzen op een medische oorzaak”, vertelt Isabelle van Eijk, dierenarts bij de Gedragskliniek voor Dieren van de Universiteit Utrecht. “Anders dan vaak gedacht, is er zelden sprake van een tekort aan voedingsstoffen in het voer, waardoor de hond poep wil gaan eten. Wel kan coprofagie ontstaan wanneer een hond plotseling ander voedsel krijgt dan hij gewend is. Bijvoorbeeld brokken in plaats van vers vlees dat een heel andere consistentie heeft. Dan kan een langzamere overgang van het ene naar het andere voer helpen.”

Lekker...

Vaak is coprofagie het gevolg van verstoord gedrag. Dat kan simpelweg verveling en aandachtvragend gedrag zijn. Honden weten feilloos hoe ze hun baasje blij of boos kunnen krijgen om zichzelf te voorzien van aandacht: ongeacht of dit nu positieve aandacht is of niet. Ook stress en angst kunnen bij honden coprofagie doen ontwikkelen. Natuurlijk zijn er ook honden die het ‘gewoon lekker’ vinden, zeker wanneer het om half verteerd voedsel of uitwerpselen van dieren als paarden, konijnen en schapen gaat.

Gedragsproblemen oplossen

Wanneer je hond plotseling last heeft of krijgt van coprofagie, terwijl hij dit nooit eerder heeft gehad, is de dierenarts de eerst aangewezen persoon om te onderzoeken of er een medische oorzaak zou kunnen spelen. Isabelle: “Bij coprofagie door gedragsproblemen kun je als eigenaar zelf wat doen om te proberen dit op te lossen. Om verveling weg te nemen, kun je je hond meer uitdagende activiteiten geven zoals speuren, rennen, apporteren of het aanbieden van bijvoorbeeld voerspeeltjes/puzzels. Eet de hond alleen poep wanneer de eigenaar erbij is, kan er sprake zijn van aandachttrekkend gedrag. De kunst is dan dit gedrag consequent te negeren en niet te ‘belonen’ met een terechtwijzing (en dus aandacht).

Wanneer de hond echt houdt van de smaak van uitwerpselen, is voorkomen een belangrijke optie. Dat kan zowel door plekken met uitwerpselen van wilde of huisdieren te vermijden als door eigen uitwerpselen van de hond direct op te ruimen.

Vaccineren op maat

VacciCheck of ‘titteren’

Na uitgebreid wetenschappelijk onderzoek is het geen noodzaak meer om uw hond jaarlijks te vaccineren met de grote cocktail tegen ziekten als; infectieuze hepatitis,  parvo en distemper.

Met behulp van de vacciCheck is er steeds meer bekend met ‘vaccineren op maat’.

Voordat we uw hond vaccineren kunnen we met een klein beetje bloed bepalen of er nog voldoende antilichamen in het bloed aanwezig zijn en vanuit hier bepalen om wel of niet te vaccineren.
Hierdoor voorkomen we onnodig vaccineren. Echter, wij vaccineren al minimaal, dat wil zeggen; één keer per 3 jaar word de DHP cocktail vaccinatie gegeven, de andere jaren alleen de Leptospirose (ziekte van Weil).

LET OP:
De ziekte van Weil ofwel Leptospirose kan niet worden getitterd. Dit houdt in dat ongeacht een positief of negatieve uitslag van de vacciCheck, uw hond jaarlijks geënt zal moeten worden met de L4 (Leptospirose).

De betrouwbaarheid van de testen met de VacciCheck is zeer goed:

Ziekte Sensitiviteit Specificiteit
Hondenziekte 100% 92%
Parvo 88% 100%
Canine Adeno Virus-1 94% 93%

De vacciCheck adviseren wij te starten bij een leeftijd vanaf 2 jaar. Zo heeft uw hond, de puppy-vaccinatie-cyclus goed doorgemaakt en de juiste bescherming op kunnen bouwen. Dit herhalen wij op 1 jarige leeftijd, vervolgens kunnen we bij een leeftijd vanaf 2 jaar de vacciCheck inzetten.

De uitslag, en dan?

Positief: Wanneer blijkt dat uw hond voor alle drie de ziektes voldoende beschermd is en de vaccinatie voor Leptospirose (ziekte van Weil) en de eventuele besmettelijke hondenhoest (Kennelhoest) heeft gekregen, is uw hond weer voor een jaar beschermd.
Negatief: Wanneer blijkt dat uw hond voor één of meerdere ziektes niet meer volledig is beschermd kiezen wij ervoor om uw hond te vaccineren met de cocktail (DHP Distemper, Hepatitis en Parvo).

Bij een positieve titerbepaling (in het Europees dierenpaspoort) is deelname en toegang tot pension of asiel mogelijk. Wanneer de dierenarts aangeeft dat uw hond voldoende beschermd is, kan een titerbepaling en een verklaring gezien worden als bewijs dat deze voldoende gevaccineerd is.

De dierenarts dient in het vaccinatieboekje wel aan te geven voor hoe lang de hond of kat beschermd is en zo wordt er een geldigheidstermijn aan de verklaring gekoppeld, aldus Raad van Beheer, Dibevo, KNMvD, NVWA en KMSH. 

De kosten voor de VacciCheck bedraagt €50,-. Dit is inclusief de bloedafname.

Wij zetten de vacciCheck 2x per maand in, op de eerste en derde woensdag van de maand. Dit wil niet zeggen dat u alleen op deze woensdagen terecht kunt met uw hond, het serum kunnen we namelijk langere tijd bewaren. U kunt ten alle tijden voor de vacciCheck een afspraak maken.
Als de uitslag bekend is, dan nemen wij telefonisch contact met u op.

Mocht u nog vragen hebben, dan horen wij dat graag!

Hond kopen?

Wilt u een pup aanschaffen? Kijkt u eerst eens op de volgende site, zodat u zeker weet welke ras het beste bij u past!

Lees meer

Vlooien

Parasieten

Vlooien zijn kleine bloedzuigende parasieten die voor veel overlast zorgen bij onze huisdieren. Maar niet alleen honden en katten zijn gevoelig voor vlooien. Ook de mens, het konijn en de fret kunnen het slachtoffer worden van de vlo.

Alvorens tot de vlooienbestrijding over te gaan zullen we eerst de cyclus van de vlo bespreken.

2 Soorten vlooien

Bij onze huisdieren komen 2 soorten vlooien voor: de hondenvlo (Ctenocefalides Canis) en de kattenvlo (Ctenocefalides Felis). Vreemd genoeg is de kattenvlo ook bij de hond de meest voorkomende vlo.

De cyclus van de vlo

Voordat een vrouwtjes vlo eitjes kan leggen moet zij eerst een bloedmaaltijd gehad hebben. Vervolgens legt zij enige tientallen eitjes in de vacht. Deze rollen uiteindelijk uit de vacht en komen zo in uw huis terecht. Na 2-4 dagen komen uit deze eitjes larven. De larven zijn een paar mm. lang en zo dik als een haar. Zij verstoppen zich op donkere plekjes en voeden zich onder andere met de uitwerpselen van de volwassen vlooien. Na 2-3 weken verpoppen de larven zich. Deze poppen kunnen tot wel 1½ jaar in leven blijven en zijn bestand tegen een hoop invloeden van buitenaf. Onder invloed van trillingen komt uit de pop een volgroeide vlo en de cyclus is rond. Deze hele cyclus neemt gemiddeld zo'n 6 weken in beslag.

Huisdier en omgeving

In tegenstelling tot wat veel mensen denken speelt een groot deel van de levenscyclus van de vlo zich af buiten het huisdier. Alleen de volwassen vlooien vinden we terug op de hond of kat. De eitjes, larven en poppen bevinden zich in de omgeving. Het gevaar zit dus in de duizenden eitjes en larven die zich schuilhouden in het tapijt en tussen de plinten. 

Topje van de ijsberg

Een heel klein deel van de cyclus bestaat uit volwassen vlooien. Verreweg het grootste deel bestaat uit de eitjes en de larven die in de omgeving zitten. Hieruit blijkt dat alleen de bestrijding van de volwassen vlo onvoldoende is en dat de behandeling van de omgeving een essentiële rol speelt bij de vlooienbestrijding.

Waarom vlooien bestrijden

Er zijn meerdere redenen waarom het verstandig is om vlooien bij uw huisdier te bestrijden:

Jeuk 

Vlooien veroorzaken behoorlijk veel overlast bij de hond en kat. Hun beten zijn pijnlijk en je ziet een hond of kat dan ook vaak opspringen als hij of zij gebeten wordt. Met de beet spuit de vlo een klein beetje speeksel in de huid om te zorgen dat het bloed niet stolt. Dit geeft jeuk en irritatie waardoor de hond en kat gaan krabben en bijten.

Wormen 

Vlooien kunnen eitjes van de lintworm bij zich dragen. Als een hond of kat een besmette vlo opeet kan daaruit een volwassen lintworm ontstaan. Ook kinderen kunnen zich op deze manier met een lintworm besmetten.

Vlooienallergie 

Sommige dieren zijn gevoelig voor het speeksel van de vlo. Na een aantal beten wordt een bepaalde grens overschreden waardoor een allergische reactie optreedt. Ook oudere beten worden dan geactiveerd waardoor het dier enorm veel jeuk krijgt. Ze krabben en bijten zichzelf tot bloedens toe. Eén beet per week is dan al voldoende om dit proces in stand te houden.

Ons advies 

Gebruik een goed anti-vlooienmiddel. Er zijn veel vlooienmiddelen op de markt, laat u bij ons informeren naar een goed en veilig vlooienmiddel!

Terug naar Huisdieradvies