Katten

Informatie over uw kat

  • Chronische nierinsufficiëntie
  • Kattenziekte
  • Ouderdomsverschijnselen bij uw kat
  • Mijn kat plast in huis
  • Gedragstherapie
  • Kat kopen?
  • Vlooien

Chronische nierinsufficiëntie

Ouderdom komt met gebreken, dat geldt ook voor katten. Hoewel een kat negen levens heeft zal ook uw kat niet ongevoelig zijn voor vadertje tijd. Chronische nierinsufficiëntie (CNI) is één van de meest voorkomende problemen bij oudere katten.

CNI is een zogenaamde progressieve aandoening. Dit betekent dat katten met CNI niet meer van deze aandoening herstellen maar langzaam steeds zieker worden en er uiteindelijk aan kunnen overlijden. Wel kunnen we door een goede verzorging en behandeling van deze aandoening de kwaliteit van leven van de kat verhogen, de levensverwachting verlengen en het voortschrijden van de aandoening vertragen. 

CNI?

Er zijn verschillende oorzaken van CNI bekend zoals erfelijke nieraandoeningen, tumoren, infecties of nierstenen. Vaak wordt de oorzaak van CNI niet gevonden. Bij CNI zijn de nieren beschadigd waardoor de filterfunctie van de nieren is aangetast. Het dier kan de afvalstoffen (veelal reststoffen van eiwit uit de voeding) onvoldoende uit de bloedbaan filteren. De nieren spelen ook een belangrijke rol in de water- en mineralenhuishouding en in de productie van EPO (erytropoëtine). Ook deze functies worden door CNI aangetast. Even een zijsprong: EPO is een hormoon dat de vorming van bloedlichaampjes positief beïnvloedt. EPO staat vanwege deze positieve invloed op de vorming van bloedcellen op de dopinglijst. 

Symptomen niet duidelijk

Helaas is een kat met beginnende CNI niet goed te herkennen. De nieren hebben een grote reserve capaciteit. Pas als CNI vergevorderd is ziet de eigenaar ziekteverschijnselen bij de kat. Vaak komt de eigenaar met de klacht dat de kat veel drinkt en veel plast. Bij verder onderzoek van de kat vallen de bleke slijmvliezen op. In een later stadium zal de kat gaan braken, krijgt het dier diarree en kan het uit de bek gaan ruiken. Uiteindelijk sterft de kat doordat het dier zijn afvalstoffen (ureum) niet meer kwijt kan via de urine. Voordat u de eerste symptomen van CNI kan ontdekken, zijn de bloed- en urinewaarden wel al afwijkend. 

Therapie

De behandeling is erop gericht om de kwaliteit van leven te verbeteren en om de achteruitgang van de nieren te vertragen. De behandeling bestaat uit aangepast eten en medicijnen. Het speciale voer is een eiwit- en fosforarm dieet. Dat geven we om de nieren te ontzien en om te zorgen dat concentratie van de afvalproducten van de eiwitstofwisseling (ureum) laag blijft. De medicijnen die het dier krijgt zijn erop gericht om de bloeddruk te verlagen en om de nier doorbloeding te verbeteren. Soms zijn er extra medicijnen nodig tegen het braken of om het fosfor gehalte in het bloed te verlagen.

Wees er vroeg bij! Laat de nierfunctie van uw kat vanaf 9 jaar regelmatig controleren. In de kliniek hebben wij hulpmiddelen hoe u gemakkelijk de urine van uw kat kunt verzamelen.

Kattenziekte

Oorzaak

Kattenziekte is een besmettelijke ziekte die wordt veroorzaakt door het Feline Panleukopenie-virus. Dit virus is sterk verwant aan het Parvo-virus bij de hond. Katten kunnen besmet worden met kattenziekte door direct of indirect (dus bijvoorbeeld via kleding van de eigenaar) contact met een besmette kat. Aangezien het virus jarenlang in de omgeving kan overleven en aangezien het een zeer agressief virus betreft is kattenziekte een uiterst besmettelijke en gevreesde ziekte.

Kattenziekte kan op alle leeftijden voorkomen. Echter, vaccinatie tegen kattenziekte veroorzaakt een langdurige en sterke bescherming, waardoor het virus eigenlijk alleen vrij spel heeft bij kittens die nog niet gevaccineerd zijn. Bij een uitbraak van kattenziekte kunnen helaas ook volwassen katten die niet goed zijn gevaccineerd sterven aan de gevolgen van kattenziekte. Besmetting van drachtige poezen kan leiden tot abortus. Het is echter ook mogelijk dat de ongeboren kittens geïnfecteerd worden in de baarmoeder.

Symptomen

Twee tot zes dagen nadat een gevoelige kat met het virus in aanraking is gekomen wordt het dier lusteloos, krijgt koorts en wil niet meer eten en drinken. Heftig braken en waterdunne (soms bloederige) diarree treden op de voorgrond. Zeker bij jonge kittens leidt dit al snel tot uitdroging en zeker 70-80% van de zieke dieren sterft binnen enkele dagen ondanks een reeds ingestelde behandeling!

Bij gevoelige kittens kan ook een zeer snel verloop voorkomen, waarbij de kittens zonder voorgaande ziekte-symptomen plotseling sterven.

Kittens die de infectie hebben opgelopen in de baarmoeder vertonen zogenaamde cerebellaire hypoplasie, hetgeen betekent dat de kleine hersenen niet goed zijn ontwikkeld. De hersenen zijn permanent beschadigd en er is geen kans op herstel. Aangetaste dieren vertonen incoördinatie en levenslange tremoren (trillingen).

Diagnose

Bij een verdenking op kattenziekte dient verse ontlasting van een verdacht dier getest te worden. De ontlasting wordt uit de anus gehaald met een vochtig wattenstaafje. Vervolgens wordt de ontlasting onderzocht op de aanwezigheid van antistoffen tegen het Parvo-virus. Deze test is ontwikkeld voor het Parvo-virus bij honden, maar is ook werkzaam bij kattenziekte. De enige kanttekening bij de test is dat de test vals-positief (dus de test zegt dat het dier kattenziekte heeft, maar dat is niet juist) kan zijn wanneer de kat in de afgelopen 7-10 dagen is gevaccineerd tegen kattenziekte. De enting vertekent dan als het ware de testuitslag.

Behandeling

Aangezien kattenziekte wordt veroorzaakt door een virus en aangezien er nog geen effectieve virusremmende medicatie tegen Parvo-achtige virussen op de markt is, bestaat er helaas geen doeltreffende behandeling tegen kattenziekte. Het enige wat we kunnen doen is de symptomen die door het virus veroorzaakt worden bestrijden. Dit kan op de volgende manieren:

  • Dwangvoeren: katten (en met name kittens!) die geen eten en drinken binnenkrijgen zullen snel verzwakken en uitdrogen.
  • Koortsremmer: koorts veroorzaakt een slechte eetlust, dus een koortsremmer kan helpen bij het herstel.
  • Anti-braak medicatie: dwangvoeren heeft enkel zin als het voedsel vervolgens niet weer uitgebraakt wordt. Daarnaast kan uitdroging het gevolg zijn van veelvuldig braken.
  • Infuus: katten die reeds uitgedroogd zijn dienen infuus toegediend te krijgen. Vaak wordt het ook gegeven om uitdroging te voorkomen.
  • Antibiotica: hoewel kattenziekte niet wordt veroorzaakt door een bacterie is het doorgaans toch zinvol om antibiotica te geven. Enerzijds om secundaire bacteriële infecties te voorkomen en anderzijds om overgroei van "slechte" bacteriën in de door het virus aangetaste darmen te bestrijden.

Ondanks bovengenoemde maatregelen sterft de meerderheid van de met kattenziekte geïnfecteerde kittens. Zodra één kitten uit een nest symptomen vertoont heeft het geen zin meer om dit kitten te scheiden van de andere kittens. De incubatietijd (de periode tussen de infectie met het virus en het daadwerkelijk optreden van symptomen) bedraagt namelijk enkele dagen, dus de kans is zeer groot dat de andere kittens ook al contact met het virus hebben gehad! Wel kan het zinvol zijn om het kitten apart te zetten om zodoende goed in de gaten te kunnen houden of het diertje eet en drinkt en hoe de ontlasting eruit ziet.

Aangezien het virus jarenlang in de omgeving kan overleven is het praktisch onmogelijk om alle virusdeeltjes uit de omgeving te krijgen. Wel is het mogelijk om het aantal virusdeeltjes aanzienlijk te reduceren door de ruimte waarin besmette kittens gezeten hebben goed te reinigen en desinfecteren. Dit houdt in dat niet alleen de kamer waarin de katten zitten, maar ook speeltjes, eet- en drinkbakjes, kattenbakken en transportmandjes behandeld moeten worden. Eerst wordt alles huishoudelijk gereinigd en vervolgens gedesinfecteerd met een middel waar het kattenziekte-virus gevoelig voor is.

Preventie

Gelukkig treedt er zelden een uitbraak van kattenziekte op. Dit is te danken aan het feit dat de meeste katten tegen kattenziekte worden gevaccineerd. Hierdoor hebben veel katten een goede bescherming tegen de ziekte en blijft de infectiedruk laag.

Doorgaans worden kittens op 9 en op 12 weken gevaccineerd tegen kattenziekte. Rond de leeftijd van 1 jaar dient de enting herhaald te worden. Vervolgens is het (afhankelijk van het gebruikte vaccin) voldoende om elke 2-3 jaar de enting tegen kattenziekte te herhalen.

Ouderdomsverschijnselen bij uw kat

Uw kat slaapt meer en gedraagt zich minder sociaal. Veel eigenaren herkennen dit in hun oudere kat. Over het algemeen geen vreemde symptomen, maar sommige signalen kunnen wijzen op onderliggende medische problemen. Katten zijn meester in pijn verbergen, en laten pijn en ongemakken vaak pas zien als het te laat is. Als eigenaar is het daarom noodzakelijk problemen op tijd te ontdekken. We bespreken signalen die kunnen wijzen op gezondheidsproblemen bij uw oudere kat.

Meer slapen en minder bewegen

Uit onderzoek blijkt dat 90% van de katten boven 12 jaar lijdt aan artrose. Artrose hangt sterk samen met de leeftijd van uw kat. In tegenstelling tot honden lopen katten met artrose in veel gevallen niet mank. Naast het minder bewegen en meer slapen, is slechte vachtverzorging een symptoom.
Uw kat kan zijn vacht niet overal meer goed bereiken door pijn, waardoor bijvoorbeeld zijn de vacht op zijn rug smoezelig wordt.

Veel drinken en vaker plassen

Veel drinken en plassen kan meerdere oorzaken hebben. De belangrijkste zijn nier- en schildklierproblemen. Ook zijn oudere katten gevoeliger voor (blaas)infecties door een verlaagde weerstand.

Veel eten en gewichtsverlies

Wanneer uw oudere kat ondanks een goede eetlust toch afvalt kan dit wijzen op een te snel werkende schildklier. Ook kan uw kat onrustig gedrag vertonen. Voor een goede gezondheid en een goed welzijn is het belangrijk de schildklier af te remmen. Hier zijn verschillende behandelingen voor.

Verminderde eetlust of braken

Verminderde eetlust en braken kunnen wijzen op meerdere orgaanaandoeningen, zoals schildklier-, nier- en leverproblemen. Dit kunnen we bepalen in het bloedonderzoek.

Stinken uit de bek

Gebitsproblemen komen bij katten veel voor. In de meeste gevallen blijven ze ondanks de pijn eten. Tijdens de ouderdomscheck controleren we ook het gebit.

Smoezelige doffe vacht

Een doffe vacht en klitten kunnen er op wijzen dat uw kat ziek is. Ook door gewrichtspijn kan het zijn dat uw kat niet meer in staat is zichzelf te verzorgen. Voor het welzijn van uw kat is het belangrijk de klitten te verwijderen en te onderzoeken wat het achterliggende probleem is.

Is uw kat 12 jaar of ouder, maak dan een afspraak voor de ouderdomscheck!

Mijn kat plast in huis

Bah, dat valt tegen, uw kat plast in huis terwijl de kat het voorheen altijd goed op de bak deed. Tijd voor actie! Niet alleen omdat het onhygiënisch is, maar ook omdat het dier niet zonder reden in huis plast.

Oorzaken

Er zijn drie groepen van oorzaken waardoor katten in huis gaan plassen.

Vooral katers, maar ook ongesteriliseerde poezen, kunnen in de puberteit hun territorium gaan afbakenen met urine; het zogenaamde sproeien. Vervelend gedrag maar gelukkig is dit met (tijdige) castratie of sterilisatie van het dier te voorkomen of te verhelpen. De nadruk ligt op het voorkomen van dit gedrag, sommige katers blijven sproeien ook na castratie. Katten die onder stress staan, kunnen in huis gaan plassen.

Katten kunnen stress ervaren door bijvoorbeeld de komst van nieuwe dieren in huis of naaste omgeving, tijdelijk uithuisplaatsing tijdens vakantie of door een veranderde gezinssamenstelling. Er zijn ook katten die gevoelig zijn voor veranderingen aan de kattenbak zoals onrust bij de kattenbak, een vieze bak, andere korrels, bak te dicht bij het voer geplaatst.

Katten kunnen in huis gaan plassen als gevolg van een lichamelijke aandoening. Vaak laat het dier dan ook andere ziekte symptomen zien, zoals persen, vaker plassen of een verminderde levenslust.

Uitsluiten

Daarom starten wij altijd met een lichamelijk onderzoek en een onderzoek van de urine om een mogelijk onderliggende ziekte uit te sluiten. Wij letten dan vooral op blaasontsteking, doorgang van de plasbuis, nierproblemen en suikerziekte. Uiteraard bespreken wij met u of de andere oorzaken (ook) een rol spelen.

Let op, een kater die opeens veel aandrang krijgt om te plassen terwijl dit niet lukt is een spoedgeval. De plasbuis kan verstopt zitten.

Plan van aanpak

Vinden we geen aanwijzingen voor een lichamelijke afwijking en zijn er geen grote veranderingen geweest in de leefomgeving van het dier dan gaan we een plan van aanpak opstellen om van het probleem af te komen.

Een belangrijk onderdeel is om de nieuwe plasplekken onaantrekkelijk te maken en de kattenbak weer aantrekkelijk. De plekken waar de kat plast moet u goed reinigen, goed naspoelen en laten drogen. Hierna de plek opnieuw schoonmaken, hiervoor zijn speciale middelen (Feliway ®, Urine-off®). Gebruik geen chloor of ammonia!

Sommige mensen stoppen kamferballen in een theedoek en leggen deze op de plasplek. Katten vinden de geur van kamfer verschrikkkelijk. Ook helpt het soms om aluminiumfolie op de plekken te leggen. Het geluid als je erop plast, wordt door de kat als onaangenaam ervaren.

Katten eten en plassen niet graag op dezelfde plek. Het plaatsen van de voerbak op de sproeiplek helpt. Een andere kattenbakvulling (ander merk, krantensnippers), de kattenbak vaker verschonen, een extra kattenbak (voor elke kat een kattenbak + 1 extra), de kap van de bak te halen zijn allemaal manieren die kunnen helpen.

Zoals u ziet is er geen kant en klare oplossing. Vandaar dat wij bij deze groep patiënten een, bij het dier en zijn leefomgeving, passend plan van aanpak opstellen om van het in-huis­plassen af te komen.

Gedragstherapie

Bent u ook benieuwd waarom uw kat zich gedraagt zoals hij doet? Wat hij vertelt met zijn lichaamshouding? Hoe uw kat communiceert? En hoe probleemgedrag voorkomen en opgelost kan worden?

Yvon Sweere is een gediplomeerd en ervaren kattengedragstherapeut. Zij adviseert mensen bij het oplossen van probleemgedrag bij katten en is docent op het gebied van diergedrag.  Yvon is aangesloten bij Tinley Gedragstherapie voor Dieren en bij de Stichting Platform Professionele Diergedragsdeskundigen (SPPD). Haar consulten worden vergoed door dierverzekeraars. Meer informatie vindt u op  www.yvonsweere.nl.

Kat kopen?

Leuk, een kitten! 

Lees eens verder waar u aan moet denken als u een kitten wilt aanschaffen.

Lees meer

Vlooien

Parasieten

Vlooien zijn kleine bloedzuigende parasieten die voor veel overlast zorgen bij onze huisdieren. Maar niet alleen honden en katten zijn gevoelig voor vlooien. Ook de mens, het konijn en de fret kunnen het slachtoffer worden van de vlo.

Alvorens tot de vlooienbestrijding over te gaan zullen we eerst de cyclus van de vlo bespreken.

2 Soorten vlooien

Bij onze huisdieren komen 2 soorten vlooien voor: de hondenvlo (Ctenocefalides Canis) en de kattenvlo (Ctenocefalides Felis). Vreemd genoeg is de kattenvlo ook bij de hond de meest voorkomende vlo.

De cyclus van de vlo

Voordat een vrouwtjes vlo eitjes kan leggen moet zij eerst een bloedmaaltijd gehad hebben. Vervolgens legt zij enige tientallen eitjes in de vacht. Deze rollen uiteindelijk uit de vacht en komen zo in uw huis terecht. Na 2-4 dagen komen uit deze eitjes larven. De larven zijn een paar mm. lang en zo dik als een haar. Zij verstoppen zich op donkere plekjes en voeden zich onder andere met de uitwerpselen van de volwassen vlooien. Na 2-3 weken verpoppen de larven zich. Deze poppen kunnen tot wel 1½ jaar in leven blijven en zijn bestand tegen een hoop invloeden van buitenaf. Onder invloed van trillingen komt uit de pop een volgroeide vlo en de cyclus is rond. Deze hele cyclus neemt gemiddeld zo'n 6 weken in beslag.

Huisdier en omgeving

In tegenstelling tot wat veel mensen denken speelt een groot deel van de levenscyclus van de vlo zich af buiten het huisdier. Alleen de volwassen vlooien vinden we terug op de hond of kat. De eitjes, larven en poppen bevinden zich in de omgeving. Het gevaar zit dus in de duizenden eitjes en larven die zich schuilhouden in het tapijt en tussen de plinten. 

Topje van de ijsberg

Een heel klein deel van de cyclus bestaat uit volwassen vlooien. Verreweg het grootste deel bestaat uit de eitjes en de larven die in de omgeving zitten. Hieruit blijkt dat alleen de bestrijding van de volwassen vlo onvoldoende is en dat de behandeling van de omgeving een essentiële rol speelt bij de vlooienbestrijding.

Waarom vlooien bestrijden

Er zijn meerdere redenen waarom het verstandig is om vlooien bij uw huisdier te bestrijden:

Jeuk 

Vlooien veroorzaken behoorlijk veel overlast bij de hond en kat. Hun beten zijn pijnlijk en je ziet een hond of kat dan ook vaak opspringen als hij of zij gebeten wordt. Met de beet spuit de vlo een klein beetje speeksel in de huid om te zorgen dat het bloed niet stolt. Dit geeft jeuk en irritatie waardoor de hond en kat gaan krabben en bijten.

Wormen 

Vlooien kunnen eitjes van de lintworm bij zich dragen. Als een hond of kat een besmette vlo opeet kan daaruit een volwassen lintworm ontstaan. Ook kinderen kunnen zich op deze manier met een lintworm besmetten.

Vlooienallergie 

Sommige dieren zijn gevoelig voor het speeksel van de vlo. Na een aantal beten wordt een bepaalde grens overschreden waardoor een allergische reactie optreedt. Ook oudere beten worden dan geactiveerd waardoor het dier enorm veel jeuk krijgt. Ze krabben en bijten zichzelf tot bloedens toe. Eén beet per week is dan al voldoende om dit proces in stand te houden.

Ons advies 

Gebruik een goed anti-vlooienmiddel. Er zijn veel vlooienmiddelen op de markt, laat u bij ons informeren naar een goed en veilig vlooienmiddel!

Terug naar Huisdieradvies